
Op de koffie bij Bert en Lien Waelkens
We spraken met Bert en Lien Waelkens–De Neve over wat hen drijft als boomkweker. “Het zat er altijd wel in, maar ik heb lang gewacht om het concreet uit te spreken”, antwoordt Bert op de vraag hoe hij ertoe kwam om boomkweker te worden. “Na mijn humaniora deed ik een master biotechnologie/biochemie. Pas tijdens de twee laatste jaren heb ik definitief beslist om in de kwekerij te stappen. Ik heb dan ook nog enkele vakken economie bijgenomen om toch wat basiskennis te hebben. Daarna ben ik onmiddellijk thuis beginnen werken.”
Patrick Dieleman
Onrechtstreeks speelde AVBS een rol in Berts beslissing. “Mijn ouders gingen mee op groepsreis naar Amerika, waardoor ik de kwekerij tijdelijk alleen moest runnen. Dat beviel me eigenlijk wel. Ik zat toen nog op school en had nog niet zoveel ervaring met de dagdagelijkse dingen. Ik besefte toen ook dat ik de kwekerij zou missen als ik ermee zou stoppen.”
Als kind hielp Bert al regelmatig mee op het bedrijf. Dat was ook een van de redenen waarom hij niet op kot ging. Lien citeert de moeder van Bert: “Hij kon niet binnen zijn, hij moest altijd naar buiten.” Bert bevestigt dat hij altijd klaarstond om met zijn vader mee te rijden om plantgoed op te halen bij andere kwekers. “Na 15 jaar ben ik nog steeds blij met mijn keuze.” Na enkele jaren te hebben meegewerkt, nam Bert in 2016 de kwekerij volledig over. Dat was ook het jaar waarin hij trouwde met Lien. Zij gingen toen op de kwekerij wonen; tegelijkertijd verhuisden de ouders van Bert. Dat was een grote stap voor de moeder van Bert, die heel haar leven daar gewoond had, eerst op de boerderij van haar ouders. Lien en Bert zijn dankbaar dat Berts ouders de overgang met een open blik benaderd hebben, zodat zij nu op de kwekerij wonen en het werk vlotter kunnen combineren met de kinderen. Ook de interne gesprekken binnen de familie rond de overname zijn vlot verlopen.
Van nursery naar nurserystock
Terwijl Bert even naar buiten gaat voor een onverwachte levering, vertelt Lien haar verhaal. “Ik ben ergotherapeut en heb tien jaar in een woonzorgcentrum gewerkt. Na de geboorte van onze oudste zoon ben ik halftijds gaan werken en ik hielp toen ook halftijds mee in de kwekerij. Toen in 2019 onze jongste zoon geboren werd, besloot ik volledig te stoppen met mijn job.” Tijdens haar zwangerschappen moest Lien telkens na zes maanden stoppen met werken, waardoor ze dan tijdelijk volledig kon meedraaien in de kwekerij. “Ik merkte dat de boomkwekerij echt mijn ding was. Bovendien is het lastig om in beide jobs goed op de hoogte te blijven als je twee halftijdse functies combineert. Op de duur haalde ik daar nog weinig voldoening uit, dus ik vind het nog steeds een goeie beslissing.”
De vader van Lien is bouwondernemer. De zelfstandigenmentaliteit kreeg ze dus van huis uit mee, maar van de boomkwekerij kende ze niets. “Ik had dat onderschat. Je moet je product dagelijks opvolgen. Het is iets levends, je kan het niet vergelijken met de bouwsector. Wij kunnen niet zomaar een week de deuren sluiten. Als het vriest moet je je planten beschermen, in de zomer moet je zorgen dat ze niet droog vallen, … Je moet er constant mee bezig zijn. In de verkoop moet je kunnen bogen op plantenkennis. Dat zou ik niet aangedurfd hebben toen ik pas getrouwd was. Dat was echt wel een groeiproces, maar door er alle dagen mee bezig te zijn, is dat wel gekomen.
"Ondertussen hebben we een duidelijke taakverdeling", vervolgt Lien: "Bert doet de kwekerij en ik doe de administratie en de verkoop, maar uiteraard springen we bij waar nodig en overleggen we veel.” Lien krijgt nog steeds hulp van haar schoonmoeder, Marie-Joseph, zowel bij de administratie als de verkoop. En Dirk, die ooit mechanica studeerde, zorgt dat het machinepark onderhouden en indien nodig hersteld wordt."
Wanneer Bert weer aansluit, reageert hij dat het in een klein bedrijf nodig is dat iedereen verschillende taken combineert. “We hebben geen aparte verkoper, inkoper en administratief medewerker. De Nederlanders zijn daar goed in”, lacht hij. “Het omgaan met klanten is iets wat Lien echt wel graag doet. Het sluit ook aan bij haar behoefte om mensen blij te kunnen maken, iets wat ze in haar vroegere job ook deed.” Lien bevestigt dat het zonder dat sociaal aspect wel een stuk moeilijker zou zijn om zich toe te leggen op het bureelwerk.
Management
Het moeilijkste aspect op zijn bedrijf vindt Bert het personeel. “Ik denk dat dit bij veel collega’s zo is. We hebben niet veel personeel en het zijn goede medewerkers, maar het blijft een uitdaging om op drukke momenten voldoende seizoenarbeiders te vinden. Het is echt niet leuk wanneer je dan arbeiders tekortkomt. Momenteel zijn we wel goed bestaft.” Bert kan gelukkig rekenen op een zeer goeie rechterhand. “Ik zou zo nog iemand kunnen gebruiken. In de zomer werken we met jobstudenten, waardoor we het vrij goed rondkrijgen. Als we iemand extra in dienst willen nemen, dan is ervaring niet onze grootste eis. We stellen vooral de wil om buiten te werken voorop. De mensen waarmee je samenwerkt, dat is eigenlijk het belangrijkste onderdeel van je bedrijf. Wie zich amuseert, werkt beter. Al bij al is ons team beperkt. We willen het ook zo houden. Soms ondervangen we toekomstige pieken, door bijvoorbeeld al wat in te potten in het najaar wanneer het rustiger is. We proberen ook steeds om een deel van het werk in de vollegrond te verschuiven naar het najaar om de werklast beter te spreiden.”
Lien brengt het aspect samenwerken ter sprake. “Ik merk dat we er continu mee bezig zijn, bijvoorbeeld ook ’s middags tijdens de lunch, maar het voelt nooit als een last.” Bert reageert dat ze inderdaad nooit de afspraak hebben gemaakt om werk en privé volledig gescheiden te houden. Ze vinden het beiden ook gemakkelijk om ’s middags een kleine update te krijgen van wat er in de namiddag te verwachten valt. Lien vindt het fijn om samen met Bert in en met het bedrijf te kunnen groeien. Bert vult aan dat het ook voor de kinderen plezierig is dat ze kunnen rondlopen in het bedrijf. “Maar wat zij later gaan doen, dat zien we dan wel!”
Toekomstplannen
Gevraagd naar toekomstplannen reageert Bert dat hij nog iets meer wil mechaniseren, waar mogelijk. “En ik zou hier op kantoor graag iemand hebben die volledig mee kan functioneren naast Lien. Maar een dergelijk profiel valt niet zomaar uit de lucht.” Lien legt uit dat het een combinatie is van administratief werk en verkoop en af en toe eens buiten bijspringen op minder drukke momenten in de verkoop. “Iemand die zowel graag binnen als buiten werkt, is niet gemakkelijk te vinden. Het is echt een allround job, en dat maakt dat het een moeilijk profiel is.” Bert geeft mee dat er eigenlijk altijd werk genoeg is en dat ze mensen ook kansen geven om zich te ontwikkelen in de taken die ze het liefst doen. “Wij schakelen ook voortdurend tussen binnen en buiten werken. We kunnen hier in ieder geval gevarieerd werk aanbieden.” Voor Lien zelf is het net die enorme variatie die het voor haar leuk maakt. “Ik zit zelden langer dan een half uur aan mijn bureau. Er komt altijd wel een klant langs, een particulier of een tuinaannemer,…” Bert ziet daarin een kans om te groeien: “Met extra ondersteuning op kantoor en met wat meer mechanisatie op het veld. We zijn blij met de groei die we tot nu toe hebben kunnen realiseren, maar we willen ook niet te snel groeien. We willen ons familiaal karakter niet verliezen en ons blijven amuseren met de mensen die hier komen.” Lien bevestigt dat ze tijd wil hebben voor de klanten. “Hen kunnen helpen en adviseren is echt wel fundamenteel voor ons. Daarnaast willen we ons nog meer richten op digitalisatie om meer klanten te kunnen bereiken. We hebben nog genoeg ideeën, maar we moeten ze ook nog gerealiseerd krijgen. Maar alles hoeft niet in één jaar te gebeuren. Het staat voor ons voorop dat we een boomkwekerij en plantencentrum willen blijven en geen tuincentrum worden.”
Wie zijn Bert en Lien Waelkens?
Bert en Lien Waelkens–De Neve hebben in 2016 Boomkwekerij Dirk Waelkens overgenomen van Berts ouders, Dirk en Marie-Joseph, die de kwekerij gesticht hebben in 1982. Hun kwekerij beslaat zowat 18 ha, waarvan 2 ha containerteelt. Ze kweken voornamelijk kluitplanten: groenblijvende haagplanten, zoals Taxus, Prunus lausitanica, Osmanthus, en bloeiende sierheesters. Ze hebben hetzelfde assortiment ook in diverse potmaten. Hun afzet is vooral gericht op tuinaannemers. Ze exporteren ook naar klanten die ze leren kennen via Florall, meestal via groothandelaars. Ze verkopen ook aan particulieren, waarbij persoonlijk advies vooropstaat.
Bert en Lien hebben twee zoontjes: Louis (7) en Jules (5).